Inleiding
(Bedragen x € 1.000) | |||
Omschrijving heffing | Primaire begroting 2021 | Begroting 2021 na wijzigingen | Begroting 2022 |
---|---|---|---|
Rioolheffing | 6.362 | 6.362 | 6.726 |
Leges | 2.368 | 2.359 | 2.383 |
Onroerendezaakbelastingen | 12.363 | 12.363 | 12.642 |
Forensenbelasting/ toeristenbelasting | 1.468 | 1.468 | 1.496 |
Afvalstoffenheffing | 6.782 | 6.782 | 6.484 |
Begraafplaatsen | 940 | 940 | 958 |
Marktgelden | 55 | 55 | 56 |
Hondenbelasting | 397 | 397 | 405 |
Precariobelasting kabels en leidingen | 731 | 731 | - |
Totaal | 31.466 | 31.457 | 31.150 |
De Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) verzorgt de heffing en inning van de heffingen voor de gemeente, met uitzondering van de leges die vallen onder titel 1 van de Legesverordening (bijvoorbeeld reisdocumenten, rijbewijzen en huwelijken). In de volgende paragrafen zijn de voorlopige tarieven opgenomen.
De definitieve tarieven worden via de verordeningen aan de gemeenteraad voorgelegd.
Belastingen
In deze begroting onderscheidt de gemeente de volgende belastingen: Onroerende zaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting en forensenbelasting.
Voor de belastingen, hanteert de gemeente de geharmoniseerde consumenten prijsindex (HICP) die bij de Kadernota is vastgesteld.
Onroerendezaakbelasting (OZB) / waarde onroerende zaak (WOZ) ontwikkeling
Voor de onroerendezaakbelasting worden jaarlijks alle onroerende zaken binnen de gemeente gewaardeerd. De Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht voert deze herwaardering uit. Door marktontwikkelingen kan de WOZ fluctueren. Het is staand beleid deze fluctuatie, bij een nieuw WOZ-tijdvak, te corrigeren in het OZB-tarief. Een stijging van de totale waarde van het onroerend goed leidt normaliter tot een daling van het tarief, een daling tot een verhoging van het tarief.
Op 1 januari 2022 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2021. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021.
Voor het WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2021 houdt de gemeente rekening met een gemiddelde prijsstijging van 9 % voor woningen. Voor niet-woningen houdt de gemeente rekening met een gemiddelde prijsdaling van 0,5 %. Deze percentages komen uit de Mei-circulaire 2021 en geven de landelijke trend weer. De cijfers zijn dus niet specifiek voor onze gemeente. Op basis van bovenstaande gemiddelde prijsstijging voor de waarde van woningen/niet woningen enerzijds en de HICP stijging anderzijds, houdt de gemeente voor 2022 voorlopig rekening met de in onderstaande tabel genoemde tarieven.
Opbrengst Onroerendezaakbelasting | Tarief 2021 | Tarief 2022 (voorlopig) |
---|---|---|
Woning | ||
- Eigenaar | 0,1140% | 0,1095% |
Niet-woning | ||
- Eigenaar | 0,1986% | 0,1940% |
- Gebruiker | 0,1675% | 0,1733% |
In december 2021 ontvangt de gemeente van BghU de definitieve waardeontwikkeling van het onroerend goed voor onze gemeente. Op basis van deze waardeontwikkeling berekent de gemeente de definitieve tarieven.
Hondenbelasting
In dit tarief is rekening gehouden met 1,88% HICP. Voor 2022 resulteert dit in de onderstaande tarieven.
Hondenbelasting | (€) | |
---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
1e hond | 90,19 | 91,89 |
2e hond | 149,14 | 151,94 |
Elke volgende hond | 201,32 | 205,10 |
BghU controleert jaarlijks 20% van het totale woningenbestand op het bezit van honden. Dit betekent dat iedere woning van onze gemeente eens in de vijf jaar wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van één of meerdere honden.
Forensen- / Toeristenbelasting
In dit tarief is rekening gehouden met 1,88% HICP. Voor 2022 resulteert dit in onderstaande tarieven:
Forensen/ Toeristenbelasting | (€) | |
---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Tarief forensenbelasting per object | 319,59 | 325,60 |
Tarief toeristenbelasting mobiele kampeeronderkomens en stacaravans per persoon per overnachting | 1,23 | 1,25 |
Tarief toeristenbelasting overige verblijfsaccommodaties per persoon per overnachting | 1,89 | 1,93 |
Toeristenbelasting: Gezien de aanslagen voor de toeristenbelasting voor 2021 pas in het najaar 2021 worden opgelegd is lastig in te schatten of de aantallen van minimaal het niveau van 2019 in 2022 worden gehaald.
Precario op kabels en leidingen
Precario op kabels en leidingen is vervallen 2022.
Sinds 1 juli 2017 is precario op nutsleidingen landelijk afgeschaft. Gemeenten die in 2016 al een tarief voor precario op nutsleidingen hadden, mogen dit nog tot 2022 blijven heffen. Op basis van het overgangsrecht moet het tarief gehandhaafd blijven op het niveau van 2016. Vanaf 2022 raamt de gemeente geen opbrengst meer in de begroting.
(Bestemmings)heffingen en rechten
In deze begroting onderscheidt de gemeente de volgende (bestemmings) heffingen en rechten: (Bestemming)heffingen; bedrijveninvesteringszone (BIZ), afvalstoffenheffing, rioolheffing.
Rechten: marktgelden, begraafrechten en leges.
Voor de (bestemmings)heffingen en rechten hanteert de gemeente in beginsel het uitgangspunt van 100% kostendekkende tarieven. Dit is de maximale benutting van de wettelijke mogelijkheden. Deze opbrengsten zijn bedoeld als dekking (of gedeeltelijke dekking) van de specifieke lasten verband houdend met de collectieve voorzieningen en individuele diensten.
Overige belastingen - Bedrijveninvesteringszone (BIZ)
In de winkelcentra van Doorn, Driebergen en Leersum zijn BedrijvenInvesteringsZones. De BghU heft deze (bestemmings)heffing volgens de verordeningen) en de gemeente keert deze uit aan de BIZ-verenigingen.
Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten
De tarieven afvalstoffenheffing en reinigingsrechten dalen met 3,77%. De toelichting is opgenomen in programma 11.
Overzicht kostendekkendheid Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
---|---|---|
Taakveld afval (inclusief directe loonkosten en rente) | 5184 | 5009 |
Taakveld belastingen BghU | 120 | 120 |
Taakveld overhead | 700 | 720 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 315 | 334 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 265 | 235 |
Compensabele btw | 753 | 753 |
Totaal lasten | 7.337 | 7.171 |
Baten | ||
Baten reinigingsrechten | 6.783 | 6.484 |
Overige baten | 685 | 686 |
Totaal baten | 7.468 | 7.171 |
Percentage Kostendekkendheid | 102% | 100% |
Tarieven afvalstoffenheffing | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2021 | Tarief 2022 | Percentage |
Per perceel | 267,80 | 257,70 | -3,77% |
Bij meerpersoonshuishoudens | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Bedrijven (excl. Btw) | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolrechten
De rioolrechten zijn geïndexeerd met 1,25% en daarnaast 3% spaarvoorziening zoals is vastgesteld in het gemeentelijk rioleringsplan.
Overzicht kostendekkendheid Rioolrechten | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Taakveld riool (inclusief directe loonkosten en rente) | 5.005 | 5.230 |
Taakveld belastingen BghU | 85 | 85 |
Taakveld overhead | 866 | 890 |
Taakveld huisvesting gemeentewerf | 303 | 313 |
Taakveld minimabeleid-lokaal (kwijtschelding) | 225 | 225 |
Compensabele btw | 850 | 850 |
Totaal lasten | 7.334 | 7.593 |
Baten | ||
Baten rioolrecht | 6.362 | 6.726 |
Overige baten | 972 | 867 |
Totaal baten | 7.334 | 7.593 |
Percentage Kostendekkendheid | 100% | 100% |
Tarieven Rioolrecht | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Tarief 2021 | Tarief 2022 | Percentage |
Per perceel | 239,38 | 249,55 | 4,25% |
Bij meerpersoonshuishoudens | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Marktgelden
Overzicht kostendekkendheid Marktgelden | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Taakveld weekmarkt (inclusief directe loonkosten) | 61 | 51 |
Taakveld overhead | 43 | 43 |
Taakveld bghu | 1 | 1 |
Totaal lasten | 105 | 95 |
Baten | ||
Marktgelden | 55 | 56 |
Overige baten | 9 | 9 |
Totaal baten | 64 | 65 |
Percentage Kostendekkendheid | 61% | 69% |
De marktgelden worden geïndexeerd met 1,88% HICP. De overige baten blijven gelijk. In 2021 wordt een nieuwe verordening opgesteld en naar de raad gezonden. De financiële uitkomsten worden bij het vaststellen van de verordening verwerkt in de begroting 2022-2025.
Begraafrechten
De lasten en baten van de begraafrechten zijn geïndexeerd met 1,88% HICP.
Overzicht kostendekkendheid Begraafrechten | (Bedragen x €1.000) | |
---|---|---|
Lasten | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Taakveld begraafplaatsen (inclusief directe loonkosten) | 846 | 790 |
Taakveld overhead | 360 | 302 |
Taakveld belastingen bghu | 6 | 6 |
Totaal lasten | 1.212 | 1.098 |
Baten | ||
Baten begrafenisrechten | 940 | 958 |
Overige baten | 1 | 1 |
Totaal baten | 942 | 959 |
Percentage Kostendekkendheid | 78% | 87% |
Leges
(Bedragen x €1.000) | |||
Kostendekkendheid totaal 2022 | Lasten | Baten | % |
I | 1.009 | 719 | 71% |
II | 1.547 | 1.627 | 105% |
III | 424 | 37 | 9% |
Totaal | 2.980 | 2.383 |
Overzicht kostendekkendheid Titel 1 Algemene Dienstverlening | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2021 | 2022 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 1 (inclusief directe loonkosten en rente) | 682 | 611 |
Taakveld overhead | 376 | 398 |
Totaal lasten | 1.058 | 1.009 |
Baten | ||
Baten leges titel 1 | 758 | 719 |
Totaal baten | 758 | 719 |
Percentage Kostendekkendheid | 72% | 71% |
Titel 1 kent een aantal producten waarvan de leges van rijkswege worden vastgesteld of gemaximeerd. Daarnaast zijn er producten/diensten waarbij er wel ruimte is voor eigen tariefbepaling. De afweging is daarbij tarieven realistisch te houden en tegelijk te streven naar maximale kostendekkendheid.
Overzicht kostendekkendheid Titel 2 Dienstverlening die valt onder de fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | 2021 | 2022 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 2 (inclusief directe loonkosten en rente) | 872 | 866 |
Taakveld overhead | 683 | 671 |
Taakveld belastingen bghu | 10 | 10 |
Totaal lasten | 1.565 | 1.547 |
Baten | ||
Baten leges titel 2 | 1.565 | 1.547 |
Totaal baten | 1.565 | 1.547 |
Percentage Kostendekkendheid | 100% | 100% |
Overzicht kostendekkendheid Titel 3 Dienstverlening die valt onder de Europese Dienstrichtlijnen | (Bedragen x €1.000) | |
Lasten | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
---|---|---|
Taakvelden Titel 3 (inclusief directe loonkosten en rente) | 182 | 206 |
Taakveld overhead | 191 | 218 |
Totaal lasten | 373 | 424 |
Baten | ||
Baten leges titel 3 | 36 | 37 |
Totaal baten | 36 | 37 |
Percentage Kostendekkendheid | 10% | 9% |
Een groot aantal van de producten en diensten welke vallen onder Titel 3, is vanuit de legesverordening vrijgesteld van leges. Dit maakt dat het met de overblijvende producten niet mogelijk is een kostendekkendheid te bereiken van 100%.
Kwijtscheldingsbeleid
De BghU voert het kwijtscheldingsbeleid uit. Er bestaat uitsluitend een mogelijkheid voor volledige kwijtschelding. Gedeeltelijke kwijtschelding is niet mogelijk. Inwoners met een inkomen tot 100% van het voor hen geldende minimuminkomen komen in aanmerking voor kwijtschelding.
De inkomenstoets wordt in beginsel uitgevoerd op basis van de informatie die via het inlichtingenbureau beschikbaar is. Indien deze informatie ontoereikend is, vraagt BghU aanvullende informatie op.
Kwijtschelding kan worden verleend voor afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting voor het houden van een eerste en tweede hond.
De betalingscapaciteit van een belastingplichtige wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbare inkomen, afgezet tegen het normbedrag voor de algemene kosten van het bestaan. In de begroting 2022 houdt de gemeente voor het totale kwijtscheldingsbeleid rekening met een bedrag van € 468.000. Ten opzichte van 2021 is dat bedrag € 30.000 lager voor de afvalstoffenheffing.
Ontwikkeling lokale lastendruk
De lokale lastendruk wordt bepaald aan de hand van de ontwikkeling van de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Op basis van raadsbesluiten voor het gemeentelijk rioleringsplan, het afvalstoffenbeleidsplan en de Kadernota 2022, stijgt de lokale lastendruk in 2022.
De stijging is het gevolg van:
•Aanpassing van de tarieven aan de HICP (1,88%);
•Daling van de tarieven voor afvalinzameling. Dit in verband met verwachte lagere bijdrage aan kwijtschelding (0,45%). D te verwachten lagere kosten voor het transport van afval samen met het maken van een afspraak bij het aanbiedstation draagt ook bij aan een daling van het tarief (5,2%);
•Stijging van de tarieven riool als gevolg van de jaarlijkse toevoeging aan de spaarvoorziening (3%);
De exacte stijging voor een inwoner hangt af van de specifieke omstandigheid. In onderstaande tabellen is een overzicht van de lastendruk gegeven waarbij vooral de waarde van het onroerend goed (en dus de af te dragen OZB) een variabele is.
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 300.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2022 met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 2020 = € 282.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 300.000 | (€) | ||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2021 |
OZB | 321,82 | 327,00 | 1,61% |
Afvalstoffenheffing | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolheffing | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Totaal: | |||
Eigenaren | 321,82 | 327,00 | 1,61% |
Gebruiker | 634,17 | 634,27 | 0,02% |
Eigenaren en gebruiker | 955,99 | 961,27 | 0,55% |
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 500.000 op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2022 met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 2020 = € 470.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 500.000 | (€) | ||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2021 |
OZB | 536,37 | 545,00 | 1,61% |
Afvalstoffenheffing | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolheffing | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Totaal: | |||
Eigenaren | 536,37 | 545,00 | 1,61% |
Gebruiker | 634,17 | 634,27 | 0,02% |
Eigenaren en gebruiker | 1.170,54 | 1.179,27 | 0,75% |
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 750.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2022 met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 2020 = € 706.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 750.000 | (€) | ||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2021 |
OZB | 804,56 | 817,50 | 1,61% |
Afvalstoffenheffing | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolheffing | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Totaal: | |||
Eigenaren | 804,56 | 817,50 | 1,61% |
Gebruiker | 634,17 | 634,27 | 0,02% |
Eigenaren en gebruiker | 1.438,73 | 1.451,77 | 0,91% |
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen, met gezin, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 1.000.000,- op basis van nieuw WOZ- tijdvak 1 januari 2022 met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 2020 = € 941.000,-).
Ontwikkeling Lokale Lastendruk op basis van € 1.000.000 | (€) | ||
---|---|---|---|
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2021 |
OZB | 1.072,74 | 1.090,00 | 1,61% |
Afvalstoffenheffing | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolheffing | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Totaal: | |||
Eigenaren | 1.072,74 | 1.090,00 | 1,61% |
Gebruiker | 634,17 | 634,27 | 0,02% |
Eigenaren en gebruiker | 1.706,91 | 1.724,27 | 1,02% |
Plaats ranglijst Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO)
Op basis van het rapport Atlas van de Lokale Lasten 2021 van COELO, het kennisinstituut op het gebied van lokale en regionale lasten, wordt jaarlijks een ranglijst gepresenteerd met de lokale lastendruk per gemeente. Plaats 1 staat voor de laagste lasten, plaats 370 voor de hoogste lasten. Gemeente Utrechtse Heuvelrug staat op plaats 358 voor meerpersoonshuishoudens met een eigen woning en op plaats 368 voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning.
Toelichting plaats op de ranglijst
In onderstaande tabel wordt de lastendruk van de gemiddelde gemeente in 2021 weergegeven op basis van het rapport van COELO. Vergelijking van de lasten van de gemiddelde gemeente in 2021 op basis van een meerpersoonshuishouden, met de lasten op basis van de tarieven in 2021 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, verklaart de plaats van de gemeente op de ranglijst en de hoge lokale lastendruk.
(€) | |||
Lastendruk | Gemiddelde gemeente | UHR | Verschil |
Afvalstoffenheffing | 305,00 | 335,00 | 9,84% |
Rioolheffing | 201,00 | 299,00 | 48,76% |
Percentage OZB | 0,1043% | 0,1140% | 9,30% |
Waarde onroerend goed(*) | 309.000,00 | 389.000,00 | 25,89% |
Lokale Lastendruk | 828,29 | 1.077,46 | 30,08% |
(*) gemiddelde waarde onroerend goed WOZ-tijdvak 1 januari 2021 op basis van waardepeildatum 1 januari 2020. Deze geeft de marktonwikkeling tussen 1 januari 2019 en 1 januari 2020. |
Berekening ontwikkeling lastendruk op basis van de gemiddelde waarde onroerend goed UHR
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de lokale lasten van onze gemeente in vergelijking met een gemiddelde gemeente circa 25 % zijn. Dit wordt met name veroorzaakt door dat de gemeente een hoger rioolheffing heeft en dat er sprak is van een hogere gemiddelde waarde van het onroerend goed.
De hogere rioolheffing, circa 49 % wordt deels veroorzaakt door de bebouwing in onze gemeente. Er zijn relatief weinig aansluitingen per kilometer riool. Dit in tegenstelling tot andere gemeenten waar door de dichte bebouwing het aantal aansluitingen per kilometer riool veel hoger is. Gevolg hiervan is dat we relatief hoge kosten moeten maken om ons riool te onderhouden. Voorts leidt de keuze in het GRP voor de vorming van de spaarvoorziening tot hogere kosten.
De gemiddelde waarde van het onroerend goed in UHR ligt ongeveer 26% boven het landelijk gemiddelde. Het te heffen percentage voor de onroerendezaakbelasting ligt in onze gemeente in 2021 ca. 9% boven het landelijk gemiddelde. Hierdoor betaalt de inwoner in onze gemeente uiteindelijk toch relatief veel OZB.
De relatief hoge waarde van het gemiddelde onroerend goed en het relatief lage OZB-tarief maakt dat de gemeente een hoge onbenutte belastingcapaciteit heeft (de ruimte die er is om de OZB naar een maximum te verhogen). Gemeenten waar de gemiddelde waarde van het onroerend goed hoog is, hebben het nadeel dat ze hiervoor worden gekort op hun algemene uitkering. Dit vanuit de gedachte dat deze gemeenten de mogelijkheden hebben om via de OZB extra middelen binnen te halen.
We zien dat onze gemeente op de COELO-ranglijst door vergelijkbare gemeenten wordt omringd. De karakteristieken van deze gemeenten brengen met zich mee dat deze gemeenten altijd hoog scoren op de plaatsingslijst van COELO.
Ontwikkeling Lastendruk eenpersoonshuishouden op basis van € 412.000 | (€) | ||
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2021 |
---|---|---|---|
OZB | 443,46 | 449,08 | 1,27% |
Afvalstoffenheffing | 267,80 | 257,70 | -3,77% |
Rioolheffing | 239,38 | 249,55 | 4,25% |
Totaal: | 950,64 | 956,33 | 0,60% |
Eigenaren | 443,46 | 449,08 | 1,27% |
Gebruiker | 507,18 | 507,25 | 0,01% |
Eigenaren en gebruiker | 950,64 | 956,33 | 0,60% |
Op 1 januari 2022 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2021. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021.
In de bovenstaande tabel geven wij inzicht in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen op basis van een éénpersoonshuishouden met een gemiddelde WOZ-waarde van € 412.000,- met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 1 januari 2020 = € 389.000,-).
Ontwikkeling Lastendruk meerpersoonshuishouden op basis van € 412.000 | (€) | ||
Lastendruk | 2021 | 2022 | Afwijking t.o.v. 2020 |
---|---|---|---|
OZB | 443,46 | 449,08 | 1,27% |
Afvalstoffenheffing | 334,79 | 322,17 | -3,77% |
Rioolheffing | 299,38 | 312,10 | 4,25% |
Totaal: | 1.077,63 | 1.083,35 | 0,53% |
Eigenaren | 443,46 | 449,08 | 1,27% |
Gebruiker | 634,17 | 634,27 | 0,02% |
Eigenaren en gebruiker | 1.077,63 | 1.083,35 | 0,53% |
Op 1 januari 2022 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2021. Deze geeft de marktontwikkeling tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021.
In de bovenstaande tabel geven we inzicht in de stijging van de lastendruk voor eigenaren van woningen op basis van een meerpersoonshuishouden, met een gemiddelde WOZ-waarde van € 412.000,- met waardepeildatum 1 januari 2021 (waardepeildatum 1 januari 2020 = € 389.000,-).